Peaks›Blog›Besparen›Je huishouden budgetteren doe je zo
Heb je net iets te vaak aan het eind van je geld nog een stukje maand over? Verdiep je dan eens in je huishouden budgetteren. Op die manier krijg je grip op je geldzaken en is de kans groot dat je zelfs meer te besteden hebt dan voorheen. In deze blog vind je voorbeelden van verschillende manieren van budgetteren en tips voor hoe je het budgetteren van je huishouden aanpakt.
Wat is je huishouden budgetteren?
Als je je huishouden gaat budgetteren, zet je voor jezelf je inkomsten en uitgaven op een rij. Vervolgens bepaal je hoeveel geld je maandelijks aan een bepaald doel wilt besteden. Op die manier voorkom je dat je meer uitgeeft dan dat je te besteden hebt. Met het geld dat je maandelijks overhoudt, vul je je spaarpotjes aan. Die komen altijd van pas.
Voordelen van je huishouden budgetteren
Het is sowieso slim om je huishouden te budgetteren als je merkt dat je je geld sneller uitgeeft dan dat het binnenkomt. Maar ook als je een specifiek spaardoel hebt - een dure vakantie of nieuwe auto bijvoorbeeld - komt budgetteren van pas. Kom je maandelijks altijd prima uit? Zelfs dan heeft je huishouden budgetteren zo z’n voordelen.
- Je ziet precies waar je maandelijks geld aan uitgeeft.
- Je weet hoeveel geld je bezit.
- Je hebt geen problemen meer met onverwachte grote uitgaven.
- Je weet of je grote aankopen kan doen in de toekomst en wanneer je hier genoeg geld voor hebt.
- Je krijgt inzicht in nieuwe bespaarmogelijkheden.
Voordat je gaat budgetteren: maak een begroting
Bij het budgetteren van je huishouden specificeer je de bedragen die je maandelijks aan bepaalde doelen besteedt. Daarom is het verstandig om eerst een maandbegroting te maken. Hierin noteer je jouw maandelijkse inkomsten en uitgaven. Zo houd je goed overzicht over je vaste lasten je hebt en hoeveel geld je maandelijks eventueel tekort komt of over hebt.
Wees tijdens het begroten zo eerlijk mogelijk en noteer al je inkomsten en uitgaven. Anders loop je het risico dat je alsnog met onverwachte uitgaven te maken krijgt, ondanks het budgetteren. En dat zou zonde zijn.
Variabele uitgaven budgetteren
Vaste lasten zijn makkelijk te budgetteren. Maar daarnaast heb je hoogstwaarschijnlijk maandelijks ook variabele uitgaven. Je bestelt af en toe eten of gaat lekker buiten de deur een hapje doen. Je koopt kleding, gaat op vakantie, koopt cadeaus voor familie en vrienden. Het kan best lastig zijn om concreet te maken hoeveel je op maand- of jaarbasis hieraan kwijt bent.
Ga daarom voor jezelf na hoeveel geld je in het afgelopen (half)jaar aan dergelijke lasten hebt uitgegeven. Dit vind je waarschijnlijk grotendeels terug op je bankafschriften. Als dat niet werkt, kun je het vanaf nu bijhouden voor een aantal maanden. Dan reken je vervolgens reken uit hoeveel je gemiddeld maandelijks kwijt bent aan variabele lasten, zodat je dat kunt meenemen tijdens het bepalen van je maandbudget.
Voorbeelden van budgetteren
Jij kunt waarschijnlijk prima voor jezelf bedenken welke manier van budgetteren het best werkt als jij je huishouden gaat budgetteren. Om je op weg te helpen zetten we een paar voorbeelden van budgetteren op een rij.
1. Eerst geld naar je spaarrekening overboeken
Dit budgetteren voorbeeld is vooral handig als je je huishouden budgetteert om ergens concreet voor te sparen. Zodra je je inkomen ontvangt, boek je eerst een bedrag over naar je spaarrekening(en). Vervolgens gebruik je de rest van je inkomen voor je rekeningen en variabele uitgaven.
Boek niet direct een te groot deel van je inkomen over. Je loopt dan de kans dat je aan het eind van de maand weer een deel van het bedrag terug moet boeken. Bepaal daarom van tevoren hoeveel je wilt sparen en wanneer je je doel wilt behalen. Zo kom je tot een realistisch bedrag om maandelijks opzij te zetten.
2. De 50-30-20-regel
De getallen 50, 30 en 20 staan bij dit voorbeeld van budgetteren voor hoeveel procent van je inkomen je ergens aan besteedt. Bijvoorbeeld 50% van je inkomen aan vaste lasten, 30% aan sparen of beleggen en 20% aan je variabele kosten. Uiteraard staat het je vrij om deze percentages aan te passen of om er meer toe te voegen. En doordat je met percentages werkt, hoef je niet per se iets aan te passen als je inkomen stijgt of daalt. Hartstikke makkelijk.
3. Maandelijks een vast bedrag per kostenpost
In tegenstelling tot de 50-30-20-regel, leg je bij dit voorbeeld van budgetteren maandelijks concreet vast welk bedrag je maximaal wilt uitgeven aan een kostenpost. Zoals een vast bedrag van €75 voor brandstof of €350 voor boodschappen.
Houd hierbij goed in de gaten hoeveel je precies uitgeeft binnen de vastgestelde budgetten. Dat kan bijvoorbeeld in een schrift of in een digitaal huishoudboekje. Zo voorkom je dat je budget overschrijdt.
4. Geld opnemen en in enveloppen doen
Met dit budgetteren voorbeeld neem je je geld op. Het is met dit voorbeeld makkelijker, maar je moet wel maandelijks geld opnemen. Deze manier is daarom vooral handig als je opstartproblemen hebt met je huishouden budgetteren.
Je bepaalt met deze manier hoeveel geld je maandelijks aan de verschillende kostenposten wilt uitgeven. Vervolgens neem je dit geld cash op en stop je het in losse enveloppen. Elke envelop is voor een bepaalde kostenpost, zoals brandstof, kleding of uit eten. Is je envelop leeg? Dan zul je moeten wachten tot volgende maand. Je hebt met dit voorbeeld van budgetteren fysiek toegang tot je budgetten, waardoor je minder kans loopt dat je ze overschrijdt.
Geld dat je overhoudt door je huishouden budgetteren
Je krijgt door te budgetteren meer grip op je geld. Je betaalt maandelijks zonder problemen je rekeningen en met een beetje geluk houd je ook een leuk bedrag over. Het is slim om het geld dat je overhoudt opzij te zetten voor een financiële buffer. Dit is uiteraard naast je spaarpotjes voor een verre vakantie of een nieuwe wasmachine. Zo heb je altijd geld achter de hand als je onverwacht een grote uitgave moet doen.
Weet dat je met beleggen risico neemt en je (een deel van) je inleg kúnt verliezen.